NL dicionário de Holandês: vergoeden
vergoeden tem 65 traduções em 7 línguas
traduções de vergoeden
- pagar (v) [betaling, compenseren]
- compensar (v) [schade]
- recompensar (v) [betaling, schade]
- remunerar (v) [betaling]
- retribuir (v) [betaling, compenseren]
- reembolsar (v) [handel, schade]
- indenizar (v) [schade]
- ressarcir (v) [handel]
- pay back [compenseren]
- recompense [schade] (formal)
- compensate [schade]
- remunerate [betaling]
- repay [compenseren]
- return [compenseren]
- reimburse [schade]
- refund [handel, schade]
- indemnify [schade]
- requite [betaling] (formal)
NL ES Espanhol 9 traduções
- pagar (v) [betaling]
- compensar (v) [compenseren]
- recompensar (v) [betaling, compenseren, schade]
- remunerar (v) [betaling, schade]
- retribuir (v) [betaling]
- devolver (v) [handel]
- indemnizar (v) [schade]
- resarcir (v) [schade]
- reembolsar (v) [handel]
NL FR Francês 9 traduções
- compenser [schade]
- s'acquitter de [compenseren]
- rembourser [handel]
- récompenser [betaling]
- rémunérer [betaling, schade]
- payer un salaire [betaling]
- dédommager [schade]
- rendre [compenseren]
- indemniser [schade]
NL DE Alemão 9 traduções
- entgelten (v) [compenseren]
- gutmachen (v) [compenseren]
- vergüten (v) [schade]
- ersetzen (v) [schade]
- entschädigen (v) [schade]
- kompensieren (v) [schade]
- entlohnen (v) [betaling]
- erstatten (v) [handel]
- vergelten (v) [betaling]
NL IT Italiano 10 traduções
- pagare (v) [betaling]
- compensare (v) [schade]
- ricompensare (v) [betaling, schade]
- rimunerare (v) [betaling]
- ripagare (v) [compenseren, schade]
- salariare (v) [betaling]
- stipendiare (v) [betaling]
- contraccambiare (v) [compenseren]
- rimborsare (v) [handel, schade]
- indennizzare (v) [schade]
NL SV Sueco 10 traduções
- ersätta (v) [betaling, schade]
- betala ut (v) [betaling]
- kompensera (v) [schade]
- belöna (v) [betaling]
- gottgöra (v) [schade]
- avlöna (v) [betaling]
- återgälda (v) [compenseren]
- gengälda (v) [betaling, compenseren, schade]
- återbetala (v) [handel, schade]
- hålla skadeslös (v) [schade]