NL dicionário de Holandês: onthullen
onthullen tem 110 traduções em 15 línguas
traduções de onthullen
- expor (v) [nieuws]
- descobrir (v) [expose something previously covered, nieuws, standbeeld, waarheid]
- anunciar (v) [nieuws, standbeeld, waarheid]
- tornar público (v) [waarheid, standbeeld, nieuws]
- divulgar (v) [geheim, make known, nieuws, standbeeld, to uncover, waarheid]
- revelar (v n) [physically expose to view, waarheid, to uncover, standbeeld, nieuws, make known, to disclose or discover]
- desvendar (v) [nieuws, standbeeld, waarheid]
- inaugurar (v) [waarheid, standbeeld, nieuws]
- fazer vazar (v) [geheim]
- propagar (v) [nieuws, standbeeld, waarheid]
- publicar (v) [nieuws, standbeeld, waarheid]
- trazer ao conhecimento do público (v) [nieuws]
NL ES Espanhol 10 traduções
- exponer (v) [standbeeld, waarheid, nieuws]
- revelar (v) [nieuws, physically expose to view, standbeeld, to uncover, waarheid]
- destapar (v) [expose something previously covered, nieuws, standbeeld, waarheid]
- divulgar (v n) [make known, waarheid, standbeeld, nieuws, geheim]
- descubrir (v) [expose something previously covered]
- sacar a luz (v) [nieuws, standbeeld, waarheid]
- filtrar (v) [geheim]
- hacer conocer (v) [nieuws, standbeeld, waarheid]
- propalar (n v) [to uncover]
- develar (v) [to uncover] (v)
NL FR Francês 13 traduções
- exposer [standbeeld, waarheid, nieuws]
- dénoncer [nieuws, standbeeld, waarheid]
- annoncer [nieuws]
- révéler (v n) [make known, nieuws, standbeeld, to uncover, waarheid]
- dévoiler [waarheid, to uncover, nieuws, standbeeld]
- divulguer [geheim, nieuws, standbeeld, waarheid]
- déceler [waarheid, standbeeld, nieuws]
- faire ressortir [nieuws, standbeeld, waarheid]
- communiquer [nieuws]
- communiquer clandestinement [geheim]
- laisser filtrer [geheim]
- ébruiter [nieuws]
- lever le voile (v) [to uncover] (v)
NL DE Alemão 11 traduções
- aussetzen (v) [nieuws]
- bloßlegen (v) [nieuws]
- enthüllen (v) [nieuws, physically expose to view, standbeeld, to uncover, waarheid]
- offenbaren (v) [nieuws]
- preisgeben (v) [nieuws]
- aufdecken (v) [nieuws]
- bekannt geben (v) [nieuws]
- veröffentlichen (v n) [make known, nieuws]
- bekanntgeben (v n) [make known]
- durchsickern lassen (v) [geheim]
- bekanntmachen (v n) [make known]
NL IT Italiano 12 traduções
- esporre (v) [nieuws]
- scoprire (v) [nieuws, standbeeld, waarheid]
- rivelare (v) [nieuws, standbeeld, to disclose or discover, to uncover, waarheid]
- annunciare (v) [nieuws]
- rendere noto (v) [nieuws, standbeeld, waarheid]
- svelare (v) [standbeeld, waarheid, to uncover, nieuws]
- divulgare (v) [nieuws, standbeeld, waarheid]
- dare (v) [nieuws] {m}
- portare alla luce (v) [nieuws, standbeeld, waarheid]
- inaugurare (v) [nieuws, standbeeld, waarheid]
- far trapelare (v) [geheim]
- rendere pubblico (v) [nieuws]
NL SV Sueco 12 traduções
- avtäcka (v) [standbeeld, waarheid, nieuws]
- tillkännage (v) [nieuws, standbeeld, waarheid]
- offentliggöra (v) [nieuws]
- kungöra (v) [nieuws]
- publicera (v) [nieuws]
- avslöja (v) [expose something previously covered, nieuws, standbeeld, waarheid]
- uppenbara (v) [standbeeld, waarheid, to uncover, nieuws]
- röja (v) [nieuws, standbeeld, waarheid]
- yppa (v) [nieuws, standbeeld, waarheid]
- upptäcka (v) [expose something previously covered]
- uppdaga (v) [nieuws, standbeeld, waarheid]
- låta läcka ut (v) [geheim]
NL CS Tcheco 3 traduções
NL BG Búlgaro 5 traduções
NL RU Russo 10 traduções
- выявля́ть (n v) [to uncover] (n v)
- раскрыва́ть (v) [expose something previously covered, make known, physically expose to view, to uncover] (n v)
- пока́зывать (n v) [to uncover] (n v)
- выдава́ть (v) [to disclose or discover] (n v)
- вы́дать (v) [to disclose or discover] (v)
- раскры́ть (v) [expose something previously covered, make known, physically expose to view, to uncover] (v)
- разоблача́ть (v) [to uncover] (v)
- разоблачи́ть (v) [to uncover] (v)
- обнару́живать (v) [expose something previously covered] (v)
- обнару́жить (v) [expose something previously covered] (v)