NL dicionário de Holandês: ophouden
ophouden tem 177 traduções em 16 línguas
traduções de ophouden
- interromper (v) [activiteit]
- terminar (v) [activiteit, ergative, intransitive: be finished, be terminated]
- deixar (adv n v) [come to an end]
- bloquear (v) [verkeer]
- deter (v) [activiteit, beëindiging, tijd, verkeer]
- segurar (v) [activiteit, beëindiging, tijd, verkeer]
- deixar de (v) [activiteit]
- parar (v) [activiteit, come to an end]
- abandonar (v) [activiteit]
- desistir de (v) [activiteit]
- término (n) [activiteit] {m}
- acabar (v) [activiteit, ergative, intransitive: be finished, be terminated]
- concluir (n v) [ergative, intransitive: be finished, be terminated]
- finalizar (n v) [ergative, intransitive: be finished, be terminated]
- obstruir (v) [verkeer]
- final (n) [activiteit] {m}
- cessação (n) [activiteit] {f}
- fim (n) [activiteit] {m}
- transferir (v) [tijd]
- cessar (v) [activiteit]
- descontinuar (v) [activiteit]
- conter (v) [activiteit, beëindiging, tijd, verkeer]
- retardar (v) [tijd]
- atrasar (v) [activiteit, verkeer, tijd, beëindiging]
- reter (v) [activiteit, beëindiging, tijd, verkeer]
- adiar (v) [tijd]
- procrastinar (v) [tijd]
- transferir para outra data (v) [tijd]
- findar (n v) [ergative, intransitive: be finished, be terminated]
- stop [activiteit]
- quit [activiteit]
- cease [activiteit] (formal)
- cut out [activiteit]
- desist from [activiteit] (formal)
- terminate [activiteit] (formal)
- cessation [activiteit]
- termination [activiteit]
- end [activiteit]
- discontinue [activiteit]
- check [beëindiging]
- detain [activiteit]
- delay [activiteit, tijd]
- tie up [verkeer]
- retain
- expire
NL ES Espanhol 32 traduções
- suspender (v) [activiteit]
- terminar (v) [activiteit]
- detener (v) [activiteit]
- dejar (v) [activiteit, come to an end]
- cesar (v) [activiteit]
- dejar de (v) [activiteit]
- terminación (n) [activiteit] {f}
- acabarse (n v) [ergative, intransitive: be finished, be terminated]
- terminarse (n v) [ergative, intransitive: be finished, be terminated]
- obstruir (v) [verkeer]
- acabar (v) [activiteit]
- cesación (n) [activiteit] {f}
- cese (n) [activiteit] {m}
- suspensión (n) [activiteit] {f}
- fin (n) [activiteit] {m}
- término (n) [activiteit] {m}
- refrenar (v) [activiteit, beëindiging, tijd, verkeer]
- parar (v) [activiteit, beëindiging, tijd, verkeer]
- retrasar (v) [activiteit, verkeer, beëindiging, tijd]
- retener (v) [activiteit, beëindiging, tijd, verkeer]
- bloquear (v) [activiteit, beëindiging, tijd, verkeer]
- retardar (v) [tijd, verkeer, beëindiging, activiteit]
- diferir (v) [tijd]
- aplazar (v) [tijd]
- posponer (v) [tijd]
- postergar (v) [tijd]
- dilatar (v) [tijd]
- frenar (adj v n adv) [to reduce the speed of] {m}
- lentificar (adj v n adv) [to reduce the speed of]
- finir (n v) [ergative, intransitive: be finished, be terminated]
- enlentecer (adj v n adv) [to reduce the speed of] (adj v n adv)
- ralentizar (adj v n adv) [to reduce the speed of] (adj v n adv)
NL FR Francês 22 traduções
- cesser (adv n v) [come to an end, activiteit]
- retenir [beëindiging, tijd, verkeer, activiteit]
- arrêter [activiteit, beëindiging, tijd, verkeer]
- remettre [tijd]
- stopper [activiteit]
- finir [activiteit, ergative, intransitive: be finished, be terminated]
- ralentir (adj v n adv) [to reduce the speed of]
- terminer (n v) [ergative, intransitive: be finished, be terminated]
- mettre fin à [activiteit]
- cessation [activiteit] {f}
- terminaison [activiteit] {f}
- fin [activiteit] {f}
- s'arrêter (adv n v) [come to an end]
- différer [tijd]
- retarder [beëindiging, tijd, verkeer, activiteit]
- paralyser [activiteit, beëindiging, tijd, verkeer]
- immobiliser [tijd, verkeer, beëindiging, activiteit]
- bloquer [activiteit, beëindiging, tijd, verkeer]
- ajourner [tijd]
- tarder [tijd]
- encombrer [verkeer]
- freiner (adj v n adv) [to reduce the speed of]
NL DE Alemão 14 traduções
- ablassen (v) [activiteit]
- ablassen von (v) [activiteit]
- anhalten (v) [activiteit]
- aufhalten (v) [activiteit, beëindiging, tijd, verkeer]
- aufhören (v) [activiteit, come to an end]
- beenden (v) [activiteit]
- einstellen (v) [activiteit]
- enden (v) [activiteit, ergative, intransitive: be finished, be terminated]
- stoppen (v) [activiteit]
- verzögern (v) [tijd]
- Abschluss (n) [activiteit] {m}
- Schluss (n) [activiteit] {m}
- blockieren (v) [verkeer]
- Beendigung (n) [activiteit] {f}
NL IT Italiano 22 traduções
- bloccare (v) [beëindiging, tijd, verkeer, activiteit]
- smettere (v) [activiteit, come to an end]
- cessare (v) [activiteit]
- finire (v) [activiteit, ergative, intransitive: be finished, be terminated]
- termine (n) [activiteit] {m}
- terminare (v) [activiteit]
- conclusione (n) [activiteit] {f}
- ostruire (v) [activiteit, beëindiging, tijd, verkeer]
- cessazione (n) [activiteit] {f}
- fine (n) [activiteit] {f}
- differire (v) [tijd]
- fermare (v) [verkeer, tijd, activiteit, beëindiging]
- istruire (v) [verkeer]
- arrestare (v) [activiteit, beëindiging, tijd, verkeer]
- ritardare (v) [activiteit, beëindiging, tijd, verkeer]
- far ritardare (v) [beëindiging, verkeer, tijd, activiteit]
- far tardare (v) [activiteit, beëindiging, tijd, verkeer]
- rimandare (v) [tijd]
- rinviare (v) [tijd]
- procrastinare (v) [tijd]
- intasare (v) [verkeer]
- ingorgare (v) [verkeer]
NL SV Sueco 20 traduções
- avbryta (v) [activiteit]
- upphöra (v) [activiteit, come to an end]
- sluta upp med (v) [activiteit]
- upphöra med (v) [activiteit]
- sluta (v) [activiteit, come to an end, ergative, intransitive: be finished, be terminated]
- upphörande (n) [activiteit] {n}
- avsluta (v) [activiteit]
- slut (n) [activiteit] {n}
- avslut (n) [activiteit] {n}
- stoppa (v) [activiteit, beëindiging, tijd, verkeer]
- uppehålla (v) [verkeer, tijd, activiteit, beëindiging]
- försena (v) [activiteit, beëindiging, tijd, verkeer]
- fördröja (v) [activiteit, beëindiging, tijd, verkeer]
- hindra (v) [activiteit, verkeer, tijd, beëindiging]
- uppskjuta (v) [tijd]
- dröja med (v) [tijd]
- senarelägga (v) [tijd]
- fylla (v) [verkeer]
- blockera (v) [verkeer]
- ända (n v) [ergative, intransitive: be finished, be terminated] (u)
NL CS Tcheco 2 traduções
NL HU Húngaro 3 traduções
- befejeződik (n v) [ergative, intransitive: be finished, be terminated]
- abbamarad (adv n v) [come to an end]
- megszűnik (adv n v) [come to an end]
NL RU Russo 9 traduções
- зака́нчиваться (n v) [ergative, intransitive: be finished, be terminated] (v)
- зако́нчиться (n v) [ergative, intransitive: be finished, be terminated] (v)
- конча́ться (n v) [ergative, intransitive: be finished, be terminated] (v)
- ко́нчиться (n v) [ergative, intransitive: be finished, be terminated] (v)
- перестава́ть (adv n v) [come to an end] (adv n v)
- переста́ть (adv n v) [come to an end] (adv n v)
- прекраща́ться (adv n v) [come to an end] (adv n v)
- прекрати́ться (adv n v) [come to an end] (adv n v)
- око́нчиться (n v) [ergative, intransitive: be finished, be terminated] (n v)